Hoe zijn zij één?
Laten we eerst eens zorgvuldig kijken naar de oorsprong van de term God en deze vertalen naar de Hebreeuwse taal, waarvan de woorden vaak betekenisvol zijn.
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/god
Het woord God is valt volgens bovenstaande terug te voeren naar een betekenis van: “Het aangeroepene”. Wanneer we het hebben over de God van de Bijbel, dan komen we in het Hebreeuws vaak El of Elohiem of Eloah tegen.
Laten we beginnen met de term Elohiem. De eerste betekenis
die we tegen komen is de betekenis van ‘heersers, rechters en hemelse
vertegenwoordigers’, daarna ‘hemelsen; bovenmenselijken, waaronder God en engelen’. Daarnaast komen we betekenissen tegen als ‘God-gelijkende’,
‘werken van God’; dingen die specifiek aan Hem toebehoren. Maar ook een betekenis in enkelvoud namelijk: ‘God’.
Wanneer we in het Hebreeuws de term Eloah tegenkomen, dan is dat
duidelijk de enkelvoudsvorm van Elohiem. Oftewel God is duidelijk één persoon, maar kiest er kennelijk voor om soms in een meervoud te acteren. Degenen die Hij verkiest en die binnen Zijn wil opereren en Zijn besluiten uitvoeren worden mogelijk in Zijn heersen en rechtspreken betrokken en maken deel uit van Zijn Hemelse vertegenwoordiging.
Dan hebben we nog de Hebreeuwse term El. De betekenis hiervan luidt hoofdzakelijk en enkelvoudig: ‘God’, maar wordt daarnaast ook (ondergeschikt) toegepast om het idee van macht uit te drukken.
Samenvattend; God is degene die aangeroepen wordt (door ons mensen). Dat is dan ook de betekenis van de term God. In het Hebreeuws komt naar voren dat Hij
de Machtige Heerser en Rechter is. De vertegenwoordiger van het Hemelse recht. Hij is één! Maar kennelijk betrekt Hij mensen (die Hij verkiest) in Zijn hemelse heerschappij.
En in dat licht zien wij de mens Jeshuah die Zijn Vader vertegenwoordigt. Als hij één is met de Vader, dan bedoelt Hij niet dat Hij de Vader is, maar dat Hij de Vader
vertegenwoordigt op een pure en onovertroffen manier, zodat ook wij de Vader kunnen zien. Want naast dat Hij zei: “Ik en de Vader zijn één” en “Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien”, zei Jeshuah ook: “De Vader is meer/groter dan Ik” én “Ik kan van Mijzelf niets doen, zoals ik (van mijn Vader) hoor, oordeel ik en mijn oordeel is rechtvaardig, want ik zoek niet Mijn wil, maar de wil van de Vader”. Verder bracht Hij continue onderscheid aan tussen Vader en zichzelf als de Zoon als twee personen, maar ondanks dat één in streven omdat Hij zich compleet
toevertrouwde aan de wil van de Vader.
We zien dan ook dat Vader Jahuah hém, Jeshuah, aangesteld heeft en heel het oordeel aan hém, de Zoon Jeshuah, gegeven heeft. (vgl. Johannes 5:22) In die zin is Jeshuah dan ook onze Eloah, Rechter, Heerser en de Hemelse Vertegenwoordiger van Vader Jahuah. In die zin heeft Hij alle macht en heerschappij van de Vader ontvangen, nadat Hij de verzoening tot stand gebracht heeft aan het kruis om alles in de Hemelen en op de Aarde weer onder gezag en liefdevolle heerschappij te brengen van pappa Jahuah. Van Hem die WAS, die IS en die ZIJN zal. Ook aan het kruis toonde Hij ons het liefdevolle opofferende evenbeeld van pappa Jahuah.